Onderwijs

Het Nederlandse onderwijssysteem is opgedeeld in verschillende niveaus en trajecten, die samen een doorlopend leersysteem vormen. De opbouw gaat van het basisonderwijs tot aan het hoger onderwijs, met daarin ook mogelijkheden voor beroepsonderwijs en verdere specialisatie.

Primair Onderwijs (Basisonderwijs)

  • Leeftijd: 4-12 jaar
  • Duur: 8 jaar (groep 1 t/m 8)
  • Het basisonderwijs begint wanneer kinderen 4 jaar oud zijn. Vanaf 5 jaar is school verplicht. In deze periode wordt algemene vorming gegeven, zoals taal, rekenen, lezen, en wereldoriëntatie. Groep 8 sluit meestal af met een eindtoets (bijvoorbeeld de Cito-toets), die mede bepaalt naar welk type voortgezet onderwijs een leerling gaat.

Voortgezet Onderwijs (VO)

Na het basisonderwijs gaan kinderen naar het voortgezet onderwijs. Dit is verdeeld in vier hoofdtypen:

A. Praktijkonderwijs (PRO) 

  • Leeftijd: 12-16 jaar
  • Praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben en minder theoretische vakken volgen. Het richt zich op praktische vaardigheden die nodig zijn voor het dagelijks leven en werk.

B. Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (VMBO) 

  • Leeftijd: 12-16 jaar
  • Duur: 4 jaar
  • VMBO bereidt leerlingen voor op het middelbaar beroepsonderwijs (MBO). Het VMBO kent vier leerwegen, van theoretisch (voorbereiding op vervolgonderwijs) tot basisberoepsgericht (meer praktijkgericht):
  • Basisberoepsgerichte leerweg (BBL)
  • Kaderberoepsgerichte leerweg (KBL)
  • Gemengde leerweg (GL)
  • Theoretische leerweg (TL) – vergelijkbaar met MAVO en geeft toegang tot MBO of HAVO.

C. Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs (HAVO) 

  • Leeftijd: 12-17 jaar
  • Duur: 5 jaar
  • HAVO bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs (HBO). Na het behalen van het HAVO-diploma kunnen leerlingen direct doorstromen naar het HBO of naar het vwo voor verdere studie.

  D. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (VWO) 

  • Leeftijd: 12-18 jaar
  • Duur: 6 jaar
  • VWO bereidt leerlingen voor op de universiteit. Dit type onderwijs is theoretisch en heeft een hoog academisch niveau. Na het behalen van het VWO-diploma kunnen leerlingen doorstromen naar het wetenschappelijk onderwijs (WO) aan een universiteit.

Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO)

  • Leeftijd: Vanaf 16 jaar
  • Duur: 1 tot 4 jaar, afhankelijk van het niveau
  • Het MBO richt zich op beroepsgerichte opleidingen en bestaat uit vier niveaus:
  • Niveau 1: Entreeopleiding (assistentenopleiding, 1 jaar)
  • Niveau 2: Basisberoepsopleiding (2 tot 3 jaar)
  • Niveau 3: Vakopleiding (2 tot 4 jaar)
  • Niveau 4: Middenkaderopleiding of specialistenopleiding (3 tot 4 jaar)

   MBO biedt twee leerwegen:

  • Beroepsbegeleidende leerweg (BBL): Werken en leren tegelijk.
  • Beroepsopleidende leerweg (BOL): Voltijd opleiding met stages.

Na het MBO kunnen studenten doorstromen naar het HBO (hoger beroepsonderwijs) op niveau 4.

Hoger Onderwijs

Het hoger onderwijs bestaat uit twee hoofdtypen: het hoger beroepsonderwijs (HBO) en het wetenschappelijk onderwijs (WO).

A. Hoger Beroepsonderwijs (HBO) 

  • Leeftijd: Vanaf 17-18 jaar
  • Duur: 4 jaar (bachelor)
  • HBO is praktisch en beroepsgericht, en leidt op tot beroepen op hbo-niveau. Na het behalen van een hbo-bachelor kunnen studenten kiezen om een master aan het HBO te volgen of eventueel door te stromen naar de universiteit.

 B. Wetenschappelijk Onderwijs (WO) 

  • Leeftijd: Vanaf 18 jaar
  • Duur: 3 jaar (bachelor) + 1-2 jaar (master)
  • Het WO richt zich op academische en wetenschappelijke opleidingen en wordt aangeboden aan universiteiten. Na een bacheloropleiding kan een student verder studeren voor een master, en eventueel later promoveren (PhD).

Speciale Onderwijstrajecten

  • Speciaal Onderwijs: Bestemd voor leerlingen die extra zorg nodig hebben, bijvoorbeeld door een beperking of leer- of gedragsproblemen.
  • Vervolgonderwijs: Na het behalen van een diploma op het ene niveau kunnen studenten doorstromen naar een hoger niveau (bijvoorbeeld van MBO naar HBO of van HBO naar WO).